Belgisch Witblauw

De geschiedenis

Een Belgisch Witblauw is een rund met een overmatige spierontwikkeling. Het BWB-ras is ontstaan uit een kruising tussen Shorthorns en Durhams. Dit ras onderscheidt twee types, namelijk het vleestype en het dubbeldoeltype. 

Het vleestype is een vleeskoe dat na WO II werd gefokt vanwege het toenmalige overschot aan melk en een tekort aan vlees. Het dubbeldoeltype werd voor vlees en melk gefokt, welke nu dankzij de fijne spiervezels voornamelijk een vleesras is geworden.

 

Uiterlijke kenmerken

De kop van een BWB-koe is relatief klein ten opzichte van de rest van het lichaam. Het dier is zwaargebouwd met weinig dekvet en goed-groeiende bilspieren. Het haar van de BWB-koe is dik, bij vaarzen is het zelfs bijna wollig. Dit ras kent verschillende kleurvariëteiten, namelijk volledig wit, witzwart en witblauw tot blauw.
 

Ontwikkelingen wereldwijd

Het buitengewoon vermogen voor kruising en de uitzonderlijke kwaliteit van de BWB-nakomelingen, veroorzaken een toenemende vraag aan fokstieren wereldwijd.

 

Mede door de daling van de melkprijs en het introduceren van het classificatiesysteem SEUROP is de populariteit van het BWB-ras toegenomen. In veel landen tonen studies, gebaseerd op de kruising tussen BWB-stieren en Holstein koeien (en ook lokale melkrassen), in het algemeen de superioriteit van de BWB-kruisingskalveren aan.

 

Verder is de overlevingskans van de kruisingskalveren, de gemiddelde dagelijkse winst, het afkalfgemak en de voerefficiëntie ook gunstig voor het BWB-ras. 

Op de markt blijkt de grote karkaskwaliteit van de BWB-kruisingskalveren een belangrijke meerwaarde te hebben bij aankoop van de kalveren, die in België, Frankrijk, Italië en Spanje bijvoorbeeld tot €200,- per kalf kan oplopen.